Vervolg vakantie 2: Bali

Onze vlucht van KL naar Bali vloog voorbij (drie uurkes maar) en zo kwamen wij aan in Denpasar, Bali.   En ik ben toch in de val getrapt van de karretjesmannen.  Ze staan daar namelijk in tientallen rond de bagageband, in een soort uniform, en ze staan erop je bagage op de trolly te zetten en naar je auto te brengen.  Ik dacht dat dat officiele (ik vind het trema op mijn quertyklavier niet) werknemers van de luchthaven waren, dus vol dankbaarheid laat ik ze onze valiezen nemen.  Natuurlijk moesten we ze nadien een naar alle maatstaven stevige fooi geven… Nog geen twee stappen verder worden we verwelkomd door lieve meisjes die zo van die Aloha-kransen rond je nek willen hangen.  Ikke weeral verwonderd over de gastvrijheid mijn nek aan het uitsteken, tot Tom vol ongeloof riep dat ik het meest naieve konijn ben dat op deze aardbol rondloopt.  ‘k Heb die kransen nog net kunnen ontwijken, en we zijn verder zonder kleerscheuren aan de auto geraakt…

 Een goed uur later stonden we aan ons hotel in Ubud.  Ubud ligt centraal in Bali, en is zo wat het kunstencentrum van het eiland.  Het is een mooi oud dorp dat bestaat uit een aantal lange smalle straten die een aaneenschakeling van winkeltjes zijn.    Maar het is er niet zoals wij gewoon zijn.  Er zit nog een zekere authenticiteit in, al was het maar doordat het leven er niet beheerst wordt door het mercantiele.  De vrouwen zitten voor de winkel op straat, praten met elkaar, maken offergaven, en laten ons eigenlijk helemaal gerust.  Het lijkt wel of we er niet echt toe doen.  En dat is wel aangenaam.   Elk dorp rond Ubud heeft zijn eigen specialiteit: een paar schildersdorpen, een paar dorpen waar zilver gesmeed wordt, een paar waar iedereen houtsnijwerken maakt etc.  Een grappig zicht als je rondom Ubud op verkenning gaat: plots hangen overal schilderijen langs de straat, een paar dorpen verder is alles batik en weer een paar dorpen verder lijkt het alsof alle houten meubelen ter wereld in dat ene dorp zijn neergesmeten.

Eens je de toeristische centra verlaat, is Bali echt prachtig.  Je vindt er alle soorten groen, de zon die in de ondergelopen rijstvelden schittert er, overal hangen vliegers in de lucht – vliegeren is een heel geliefd tijdverdrijf in Bali – en overal staan tempels.  Bali wordt ook wel het ‘Eiland van de Duizend Tempels’ genoemd en eens je wat door de dorpen rijdt, begrijp je waarom.  Elke compound heeft zijn eigen tempel en in elk dorp zijn er dan nog eens een paar gemeenschappelijke tempels.  Bovendien was Bali vroeger verdeeld in koninkrijken die met elkaar wedijverden om de mooiste paleizen en tempels te bouwen.  Aan tempels geen gebrek dus.

 ubud1.jpg    tempel-ubud.jpg    bordjestempel.jpg    llintempel.jpg

watertempel.jpg    paleis.jpg    koninklijk-paleis.jpg    beeld.jpg

In Ubud staan er een paar hele mooie.  Ubud is van oudsher de verblijfplaats van een van de koninklijke families van Bali en dus zijn er verschillende grootse tempels en het koninklijk paleis. De foto’s hierboven tonen de watertempel, een hele mooie tempel, met een soort voorhof met waterlelies, indrukwekkend.  De foto’s ernaast zijn van het koninklijk paleis.  Je kan hier trouwens ook verblijven.  Een honeymoon, iemand?

 De eerste namiddag hebben we wat rondgewandeld in Ubud, en zijn we naar het heilig Monkey Forest, beneden aan de voet van het dorp geweest.  Monkey Forest is voor de Balinezen een heilige plaats, met drie mooie tempels, en vooral heel veel apen.  

tempel1-mf.jpg    tempel-mf.jpg 

  aap.jpg     aapjes.jpg    grote-aap.jpg

De atmosfeer in Bali is heel relaxed.  Ondanks het drukke verkeer met de vele auto’s, minijeeps, en vooral bromfietsen met hele gezinnen op, lijkt het alsof iedereen eigenlijk tijd genoeg heeft om even te praten, met kinderen te spelen, offergaven te doen.  We denken dat het met de Balinese variant van het Hindoeisme te maken heeft.  Die godsdienst staat alleszins centraal in het dagelijkse leven van de Balinees en is heel mooi om te zien.  Zo zijn er de dagelijkse offergaven aan de ontelbare tempels en kleine altaartjes.  ‘s Ochtends zie je overal vrouwen met grote ronde schalen vol bloesems, wierookstokjes, blaadjes en kleine bananenbladeren met eten op straat lopen.  Zij plaatsen die offergaven op straten, wandelpaden, voor de winkeltjes en de altaartjes. 

  offergave2.jpg    offergave.jpg    offergaven.jpg

Daarnaast zijn er de tempeldansen en de grote ceremonies.  Toen wij er waren was het hele dorp de crematie van een lid van de koninklijke familie van Ubud aan het voorbereiden.  De vrouwen maken de versieringen en eten, de mannen maken de grote constructies die de festiviteiten vereisen.  Het hele dorp is ermee bezig.  Het werk wordt verdeeld, zodat een deel van een gezin zich met zijn ‘echte’ werk kan bezighouden (winkel openhouden, in restaurant werken…) en het andere deel helpt mee de ceremonies voor te bereiden.  Het moet zalig zijn om zo te leven: iedereen kent iedereen, allemaal samen werken aan iets groots dat staat te gebeuren… je ziet ze honderuit babbelen en lachen, een beetje zoals het ooit ook bij ons moet geweest zijn. 

  crematie.jpg    crematie1.jpg    crematie2.jpg    crematie3img_8431-600.jpg

Ons Lou vond het er alleszins geweldig:  ze werd door iedereen op handen gedragen (letterlijk).  Balinezen geloven namelijk dat je kinderen zo weinig mogelijk in aanraking met de grond moet brengen.  Tot ze drie maand oud zijn mogen kindjes de grond niet raken, en ook op latere leeftijd is het beter als ze gedragen worden.  Bovendien vinden ze witte kindjes heel mooi, dus we hadden altijd wel iemand die met Lou op schok wou.  Wat tijdens het eten eigenlijk echt wel makkelijk was, want zo konden wij op ons gemakske eten.  En zolang er veel gebeurt en ze veel kan rondkijken is die van ons content, hoewel het toch wel heel warm was soms…

 lou-warm.jpg   

Maar gelukkig had ons hotel een hele mooie tuin en zwembad, waar Lou en ik een namiddag hebben vertoefd, de dag dat Tom moest werken.  Ons meiske had heeeel diep geslapen, en haar oogjes waren nog heel klein, maar eens in het water was alle vermoeidheid weg…

  louzwembad.jpg    louzwembad1.jpg   

Dit was onze eerste echte vakantie met Lou.  En zo op vakantie gaan met een kindje is toch even wennen.   We waren gewoon om te doen wat in ons opkwam, zonder enige beperking, en dan is het toch wat aanpassen geblazen.  Ze moet eten, ze moet slapen, soms is ze wat lastig door de warmte… en stom genoeg hadden we geen draagzak mee.  De trottoirs in Ubud zijn niet dezelfde als in Melbourne, dat is het minste wat je kan zeggen.  De eerste twee dagen hebben we dus echt wel wat gesukkeld met die koets, en vooral, we hadden niet echt een alternatief.  Tot wanneer we op het idee kwamen om gewoon een grote doek te gebruiken, en haar daar in rond te dragen.  Veel beter.  Nu, met een mobilette de streek verkennen zoals we in Mexico en Cuba gedaan hebben, kon niet meer, dus hebben we een autootje gehuurd.  En eens we die stap gezet hadden, was het eigenlijk vakantie zoals we gewoon waren.  Rondrijden a l’improviste, stoppen op mooie plekken, af en toe een pauze om Louke te verversen of eten te geven.  Zij vond het gelukkig geweldig in de auto, en ze leek ook echt van de gelegenheid gebruik te maken om wat bij te slapen.  Misschien was het gewoon het geronk van de auto gecombineerd met de warmte, misschien hadden we de vorige dagen wat te veel rondgehost.  In alle geval, het was zalig om zo rond te rijden.  De eerste keer hadden we er een chauffeur bij, omdat dat toch ongeveer even duur uitkwam, en die wist waar de mooie plekken waren.  Zo zijn we vanuit Ubud naar het noorden van Bali gereden, naar de vulkaan Mount Batur.   Eerst naar het Bali Bird Park, weliswaar toeristisch, maar echt de moeite om al die verschillende vogels eens van dichtbij te zien.  En Louke heeft de fascinatie die haar mama voor vogels heeft, meegekregen.  Ze vindt ze geweldig en wordt er helemaal enthousiast van!

lou3.jpg       lou1.jpg     lou2.jpg  

 rarevogels1.jpg    rarevogels2.jpg   rarevogels3.jpg  

rarevogels41.jpg     rarevogels.jpg

Daarna zijn we verder doorgereden naar het noorden, door allerlei dorpjes.  In één van die dorpjes stoppen we om te proeven van de plaatselijke koffie en thee.  We krijgen er superlekkere ginseng-koffie voorgeschoteld, lemongrass tea, en pure gemberthee.  We hebben Lou effie van de laatste laten proeven, maar dat was niet echt een succes… 🙂

koffie1.jpg    koffie.jpg

Uiteindelijk komen we op onze bestemming aan: de vulkaan.  In een woord: prachtig!

vulkaan.jpg     vulkaan1.jpg

Na daar met zicht op de vulkaan gegeten te hebben, keren we terug huiswaarts.  En de weg terug is al even mooi.  Zo komen we langs prachtige terrasvelden, en zien we de volgende vliegerkampioen…

terrasvelden.jpg     terras.jpg    terras1.jpg   jongenmetvlieger.jpg


Comments

Leave a Reply