In België durfden we al eens afgeven op madammen met nen bontjas die aan 160 voorbijscheuren in hun SUV. Wij waren immers ietwat milieubewust en reden met een klein heel oud Polo’ke en een door het bedrijf gesponserde Passat Diesel. Op zich ook niet echt de meest groene auto’s maar tot de aankoop van de Polo werden we omwille van financiële redenen gedwongen, terwijl de Passat geen keuze was, maar gewoon met de job kwam. We konden dus nog net met ons groen imago wegkomen.
Ondertussen zijn wij echter naar Australië verhuisd. Ook hier is er een gat in de ozonlaag en wordt er dus duchtig aan groenisme gedaan, maar wel op een ander niveau. Auto’s tellen hier bijvoorbeeld niet mee wat betreft de milieuverontreiniging. Hier zet je als groene jongen zonnepanelen op je dak en bespaar je vooral heel veel op water door een emmer in je douche te zetten. Er gelden namelijk waterrestricties en afhankelijk van het niveau mag je dingen wel of niet doen. Op dit ogenblik geldt in Melbourne restriction level 3a en dan mag je bijvoorbeeld maar twee keer per week je tuin begieten, de even huisnummers op woensdag en zondag, de oneven huisnummers op dinsdag en zaterdag. Voor 8u s’ ochtends welteverstaan (voor wie er alles over wil weten: http://www.melbournewater.com.au/content/water/water_storages/stage_3a_water_restrictions_-_questions_and_answers.asp). Het water dat je opvangt in die emmer kan dus bijvoorbeeld dienen om de planten water te geven buiten de uren opgelegd door de restricties. Zo gezegd, zo gedaan. Ons huis is nu wel een huurhuis, dus voor de zonnepanelen passen we even, maar we nemen wel dagelijks onze douche met een emmer water naast ons.
Nu waren we de laatste tijd al eens aan het uitkijken naar een autootje. Omdat we echt in de stad wonen, hebben we eigenlijk niet echt een wagen nodig: we kunnen onze boodschappen en uitjes makkelijk te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer doen. Na lang wikken en wegen, hebben we besloten om te zoeken naar een campervan. Voor alle duidelijkheid: een campervan is eigenlijk een camionetteke dat wat verbouwd en aangepast is om te kunnen doorgaan als mini mobil-home. Ze komen in alle geuren en kleuren, met al dan niet verhoogd dak waar je in kan slapen, met frigo, lavabo en sommigen zelfs douche of WC .
Aangezien we hier in Australië toch zoveel mogelijk van het land willen zien, leek zo een “camper” voor ons de aangewezen keuze.
Wat de automerken betreft, zie je hier in ieder geval heel veel Japanse en Koreaanse auto’s rijden. Je kan hier natuurlijk ook gewoon een Europese wagen kopen, maar daarvoor zijn we nu ook weer niet de halve wereld rondgereisd. Naar verluidt zijn de Japanse wagen hier trouwens nog betrouwbaarder omdat ze van minder ver komen. Onze camper moest dus een Japanner worden.
Na lang zoeken, wat rondbellen, mailtje sturen zijn we bij Andreas beland. Deze vriendelijke Duitser had er net zijn Australiëreis opzitten en wou zo snel mogelijk zijn BushCamper verkopen: een Toyota Landcruiser, met de nodige aanpassingen om te kamperen en slaapplaats voor 3. De volgende dag stond Andreas met BushCamper aan onze deur en 30 minuten later was het beklonken:
Et voila … 4,2 liter diesel, 18 liter/100 km, 341.000km op de teller ( en nog eens evenveel te gaan). Kyoto here we come!
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.